De oprichting van een landelijk dekkend netwerk van onderwijsregio’s

Om het lerarentekort en het schoolleiderstekort te bestrijden zet het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in op meer en betere regionale samenwerking.

De redenering hierachter is dat arbeidsmarktvraagstukken regionaal verschillen en dus ook een verschillende aanpak nodig hebben.  De onderwijsregio’s hebben de opdracht een intersectionele (VO-PO-HBO-MBO) en bindende samenwerking te creëren. In deze samenwerking moet gezocht worden naar oplossingen voor dat regionale arbeidsmarktvraagstuk. Zo zijn samen opleiden, professionaliseren, samen een pool aan leerkrachten inrichten, uitwisselen van personeel, samenvoegen van kleine scholen zaken waar een onderwijsregio afspraken over kan maken. De eerste ‘voorlopersregio’s zijn gestart en het is de bedoeling dat er in 2025 een landelijk dekkend netwerk van onderwijsregio’s is gerealiseerd. 

Voor onze vrijescholen is dit een onderwerp wat de nodige aandacht vraagt, wij hebben bijvoorbeeld andere kwalificatie eisen, hebben een eigen lerarenopleiding en werken landelijk binnen onze eigen pedagogische visie samen aan beleid. De christelijke denominatie scholen hebben in de voorlopers groep een landelijke regio opgericht. We hebben als vrijeschool beweging onderzocht of dit ook een optie was voor ons vrijescholen. Dit bleek niet passend, deels omdat we te weinig leerlingen zouden hebben die bij de minimale grens voor de oprichting van een regio werden gesteld, maar ook omdat we daarmee met onze scholen in de regio niet aansluiten en daarmee contact met de directe context zouden verliezen. Inmiddels is duidelijk geworden dat er minder ‘landelijk georganiseerde regio’s komen en er geen plek meer is voor nieuwe landelijke regio’s, dus ook niet voor de vrijescholen. De overheid stuurt echt aan op een regionale aanpak!

Recent is helder geworden welke financiële functie deze onderwijsregio’s krijgen, de onderwijsregio’s worden namelijk ook gebruikt om allerlei deelsubsidies (RAP gelden, SOL gelden, PBSS middelen) te bundelen, zodat deze ingezet kunnen worden om de oplossing van de onderwijsregio’s voor dat regionale arbeidsmarktvraagstuk te kunnen bekostigen. Daarnaast kan de regio deze gelden eventueel ook herverdelen onder de deelnemende scholen. Om aanspraak te kunnen maken op deze deel subsidieregelingen die per 2025 (deels) via deze onderwijsregio’s lopen, is aansluiting bij een onderwijsregio voor ieder afzonderlijk BRIN van elk bestuur een noodzaak!

Als Vereniging van vrijescholen zijn wij in overleg met het ministerie over hoe wij als vrijescholen, nog niet aangesloten bij de voorlopers regio’s, toch onze subsidies niet gaan missen. Daarom inventariseren we op dit moment hoe de onderwijsregio’s zich verhouden tot de afzonderlijke BRIN nummers en vestigingen van alle vrijescholen in Nederland. We gaan met deze gegevens in overleg met de realisatie eenheid van de onderwijsregio’s over wat we als vereniging kunnen doen  om ervoor te zorgen dat deze scholen eventueel gezamenlijk aanspraak kunnen  maken op betreffende subsidies.