Op de eerste vrijeschool, gesticht in Stuttgart in 1919, zaten kinderen van fabrieksarbeiders en van directeuren bij elkaar in de klas. Dat was voor die tijd een ongehoord diverse samenstelling. Sinds 1919 heeft het vrijeschoolonderwijs zich over de hele wereld verspreid. En nog steeds is iedereen welkom. Het is een fundamenteel doel van het vrijeschoolonderwijs om leerlingen kennis te laten maken met de gemeenschappelijke menselijkheid van alle volkeren ter wereld, waarbij vooroordelen en barrières worden overwonnen. Nederlandse vrijescholen bereiken echter slechts een relatief klein deel van de maatschappij, terwijl de Nederlandse samenleving juist steeds diverser wordt.
Het vrijeschoolonderwijs onderscheidt zich onder meer van andere onderwijs vormen door de nadruk die wordt gelegd op het bijdragen aan veranderingen in de maatschappij. Eén van die maatschappelijke opdrachten is om segregatie en kansenongelijkheid terug te dringen. Om onderwijs te bieden waarin álle leerlingen zich thuis voelen en het beste uit zichzelf kunnen halen, ongeacht hun thuissituatie, talenten of achtergrond. Scholen die diversiteit omarmen, zien het welbevinden en de prestaties van alle leerlingen verbeteren. Kinderen maken van nature geen onderscheid tussen culturen. Het samen opgroeien, elkaar ontmoeten in eigenheid en elkaar leren kennen, accepteren, waarderen en respecteren in diversiteit, draagt bij aan persoonlijke ontwikkeling en zelfvertrouwen, aan een vreedzame wereld en aan het verminderen van de polarisatie in de maatschappij. Meer diversiteit in schoolteams bevordert de aansluiting met andere groepen in de samenleving en kan een positief effect hebben op onder meer kansengelijkheid. De Vereniging zet zich in voor het toegankelijk maken van vrijeschoolonderwijs en voor gelijke kansen voor iedereen en stimuleert (aspirant-)leden om de diversiteit op vrijescholen te bevorderen.