Interview: het mooiste wat je kunt zijn is jezelf

Spirituele plek in onderwijs

Na een lange carrière in het regulier onderwijs, maakte Jaap Veenstra vier jaar geleden de overstap naar de Widar Vrijschool Groningen. Welke rol speelt spiritualiteit in zijn leven en hoe geeft hij het spirituele een plek in zijn onderwijs?

Wat is spiritualiteit en wat betekent spiritualiteit voor jou?

Spiritualiteit gaat voor mij om zinvol leven. Leven vanuit vragen als: wat betekent het leven voor mij en hoe ben ik in ontwikkeling? Het betekent ook dat ieder kind in mijn ogen anders is. En dat is oké. In mijn ogen hoeft niemand te voldoen aan bepaalde heersende normen, iedereen is juist mooi in zijn anderszijn. Met andere woorden: het mooiste wat je kunt zijn is jezelf.

Spiritualiteit betekent ook dat er meer is dan je zomaar kunt waarnemen. Hoe zie jij dat?

Ik denk inderdaad dat er meer is dan je kunt waarnemen, dat er niet zoiets is als één vanzelfsprekende waarheid. Daarom is het ook heel normaal dat we allemaal twijfelen. Met twijfelen geef je namelijk ruimte aan andere denkbeelden. Het schept ruimte. Als ik het niet zie, betekent het immers niet dat het er niet is.

Hoe verhoudt spiritualiteit zich tot het ego?

Spiritualiteit betekent dat je meer bent dan je alledaagse ik, je ego. Dat er ook nog zoiets is als een geestelijk ik en dat dat veel is groter dan je ego. Dit geestelijke ik zou je kunnen helpen, maar dan moet je het wel toelaten. Hoe mooi zou het zijn als je dit grotere geestelijke ik zou kunnen toelaten op een moment dat je op aarde een beetje in het nauw bent. Meestal reageren we dan door ons nog meer af te sluiten, door nog benauwder te worden, door van ons af te bijten. Alleen al het besef van het bestaan van ons geestelijk ik, maar ook door heel praktisch, letterlijk, een stapje opzij doen, kan helpen om ruimte te scheppen voor dit geestelijke ik.

Wat is spiritualiteit in het onderwijs?

Het betekent dat er meer is dan resultaten. Het gaat dan niet alleen om goede antwoorden, maar ook om het leren denken. Voor mij betekent het dat ik als leerkracht meer kan zijn dan alleen maar degene die de leerstof aandraagt. Als leerkrachten op de vrijeschool hebben we de gezamenlijke intentie om die meerwaarde te bieden. Dat zie je ook terug in de spreuk die de leraren elke ochtend samen zeggen: “Dit kind is tot jou uit de geestelijke wereld gekomen. Jij mag zijn raadselen helpen oplossen, van dag tot dag, van uur tot uur”.

Hoe ervaar jij spiritualiteit in het vrijeschoolonderwijs:

Ik zie spiritualiteit terug in het brede leerstofaanbod en ik zie dat er in de leerstof het spirituele wordt weerspiegeld. Ik vertel nu bijvoorbeeld de Griekse Mythologie in de vijfde klas (groep zeven). Volgens dit verhaal bezitten de goden de absolute waarheid, alles gebeurt zoals de goden het aangeven. Ik vertelde net waarom het gezond en logisch is dat de mens twijfelt en dat zie je in dit verhaal terug. Ook hier is de mens namelijk degene die twijfelt, hij weet niet alles. De kinderen komen die twijfel nu zelf tegen, zonder dat het verder wordt uitgelegd. Vanuit de identificatie ervaren ze dat het door en door menselijk is om te twijfelen. En dat dat oké is.

Welke spirituele meerwaarde heeft het periodeonderwijs voor jou?

In de eerste plaats biedt periodeonderwijs ruimte aan de leerkracht. In de periodelessen kan ik heel veel van mijzelf als mens in kwijt en van hoe ik mijzelf ontwikkeld heb. Zo kan ik kan de kinderen laten zien dat ik ook nog een zoekend mens ben, dat hun meester ook fouten maakt. Ik geef de kinderen het voorbeeld dat je kunt twijfelen, dat ook volwassenen nog lerend zijn. Ook geeft periodeonderwijs ruimte om mijn voorbereidingen los te laten, mocht dat nodig zijn. Dat ik vrije ruimte heb om te bewegen. Vrije momenten waarin bijzondere dingen kunnen ontstaan. Omdat ik die ruimte heb, ben ik zelf sowieso meer aanwezig, alert tijdens het lesgeven.

Hoe zie je spiritualiteit terug in de leerstof op de vrijeschool?

Ik kom dan weer uit bij het periodeonderwijs waarbij er wordt uitgegaan van het grote geheel. De leraar nodigt de leerlingen uit om eerst alleen maar te verkennen, te kijken. De kinderen nemen wat zij zien en ervaren mee de nacht in. Antwoorden komen later en er is ruimte voor de eigen reflectie van de kinderen. Om een voorbeeld te geven: tijdens de geschiedenisperiode aan de vijfde klas (groep 7) waren we bezig met Atlantis. Ik stelde de kinderen de vraag: ‘Wat zou voor jou een droomwereld zijn?’ Ik wilde de kinderen met deze vraag uitnodigen om iets in henzelf tot bloei te laten komen. Te ervaren wat er in hem of haar kan bloeien. Ondertussen leer ik de kinderen beter kennen. Op hun beurt leren zij van elkaar en ervaren ze dat er onderlinge verschillen zijn. Ze zien dat er eindeloos veel antwoorden op deze vraag mogelijk zijn, net zoveel als er kinderen zijn. Ik hoop dat het besef van die verschillen meer ruimte en tolerantie ten opzichte van elkaar oplevert. Mijn houding is altijd: “Wat is het mooi zoals jij bent. Zo ben jij en zo mag je zijn”. Hetzelfde zie je wanneer de klas vormtekeningen maakt. Geef je als opdracht een vlechtvorm te maken, dan zie je opnieuw hoe elk kind een andere vlechtvorm maakt.

Wat valt je dan op?

Soms zie je dat een kind echt gevoel heeft voor het om elkaar heen gaan van de lijnen, voor dat gebaar van afwisselend voor en achter. Je ziet dat een kind zich dan heel goed heeft kunnen inleven in wat er gebeurt en dat het vervolgens met behulp van kleurintensiteit en schaduwwerking ook kan laten zien wat er gebeurt.

Wat betekent het spirituele in het onderwijs voor jou als leraar?

Ik bereid meer en langer voor. Ik vraag me ook af: wat heeft de groep nu nodig? Wat wil ik met deze periode met deze groep bereiken? En dan vervolgens: hoe bied ik het aan? Ondertussen levert het me op dat ik meer gelegenheid heb om de lesstof af te stemmen op deze klas en dat ik meer gelegenheid heb om de lesstof te koppelen aan mijzelf. Het zorgt dus voor verbinding met mijn klas én voor verbinding van mezelf met mijn werk. Dat maakt het werk voor mij als persoon zinvol. Ik ontwikkel mezelf door het werk. Op dit moment maak ik bijvoorbeeld bordtekeningen. En ook al is mijn bordtekening simpeler dan de plaatjes in een lesboek of op het digibord, ik ervaar dat de kinderen enthousiaster zijn. Ze zijn nieuwsgieriger en meer geïnspireerd om zelf te gaan (na)tekenen.

Wat doe je aan spirituele voorbereiding?

Vanuit mijn boeddhistische verleden en scholing heb ik een scala aan spreuken en meditatietechnieken. Ik mediteer met als doel de ruis van buiten te kunnen afsluiten en om in de klas tot een soort flow te komen. Het streven is een situatie waarin ik zowel verbonden ben met de concrete werkelijkheid van kinderen en de lesstof én tegelijkertijd met de ruimte van mijn geestelijk ik. Uit de geest komt alles voort. Deze is eindeloos. Als ik me tijdens het lesgeven afsluit van mijn geestelijk ik, dan kom ik vast te zitten aan mijn voorbereiding of raak ik verstrikt in gedoetjes in de klas. De opgave is: Hoe geef ik de geest ruimte, ook tijdens het werk zelf?

Lilian Schrijvers - 19-10-2021